Vaak worden er totaal verkeerde aannames gemaakt over een burn-out. Ontzettend veel broodjeaapverhalen gaan in de ronde. Jij vindt je werk niet leuk genoeg, je kunt de druk niet aan en het is een modeziekte. Veelgehoorde aannames die verre van waar zijn. In dit artikel geeft een hoogleraar 3 tips hoe je een burn-out kunt voorkomen.
Waarom een burn-out geen modeziekte is
Het lijkt steeds vaker voor te komen. In de koppen lees je dat het aantal burn-outs toeneemt en dat met name steeds meer jonge werknemers te kampen hebben met een burn-out, zeker nu. Het zou een “modeziekte” zijn. Deze opmerking doet vaak denken dat het slechts een vorm van ‘aanstellen’ is. Heb je te maken met een burn-out of heb je het idee dat je tegen het randje zit? Dan zou je je bijna schuldig voelen en ga je zelf ook geloven dat je je vooral aanstelt. Het mag er bijna niet zijn.
Is dit wel terecht?
Volgens Toon Taris is dit absoluut niet terecht. Hij is hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de Universiteit Utrecht en burn-out deskundige. Volgens hem is het alles behalve een modeziekte. Op intermedair.nl en nu.nl doet hij een boekje open:
“De term burn-out wordt pas sinds de jaren zeventig met enige regelmaat gebruikt. In die zin zou je kunnen zeggen dat het iets van de laatste veertig jaar is. Maar voor die tijd kwam, wat we nu een burn-out noemen, ook voor. We noemden het toen “overspanning” of “surmenage”.”
Denken we dus met zijn allen dat het vooral iets is van de laatste jaren, blijkt dat het zelfs al meer dan honderd jaar terug voorkwam. Toen werd er alleen gesproken over “zenuwziekte” of zelfs “krankzinnigheid“.
De reden dat het de laatste veertig jaar vooral aan het licht is gekomen, is omdat pas in 1981 een manier werd gevonden om een burn-out vast te stellen. De zogenoemde Maslach Burnout Inventory (of MBI). Dus voor 1981 was er absoluut al sprake van een burn-out, maar werd het nog niet officieel gediagnosticeerd. Daarom lijkt het alsof het vooral iets van de laatste tijd is.
Het klopt echter wel dat er de laatste jaren wel een stijgende lijn zichtbaar is. Zo is het percentage gestegen van Nederlandse vrouwen die te kampen hadden met een burn-out. In 2015 was dit nog 9,4%, maar volgens het laatst uitgevoerde onderzoek is dat gestegen naar 15%. Ook voor de mannen geldt dat dit percentage is gestegen van 6% naar ruim 9% in dezelfde periode.
Wat zou dan de reden zijn voor deze stijging? Kloppen de aannames toch en sta jij minder sterk in je schoenen dan de voorgaande generatie? Kun jij toch de werkdruk niet aan of komt het misschien omdat je altijd bereikbaar moet zijn voor collega’s, vrienden en familie? We gaan het ontdekken…
Onjuiste aannames over een burn-out
We zetten een aantal veelgehoorde aannames op een rijtje. Aannames die door hoogleraar en burn-out deskundige Toon Taris ontkracht worden.
1.“Jij hebt een burn-out omdat je altijd bereikbaar bent”
Dit is met name een veelgehoorde aannames. Natuurlijk zit hier ook een kern van waarheid in. Je staat altijd aan. Of het nu gaat om het contact met je collega’s en werkgever, vrienden of familie. Communicatie is op elk moment de dag mogelijk en je baas is nog maar één appje van je verwijderd. Het gevaar schuilt dat je na werktijd nog een app krijgt met een werkgerelateerde vraag. Kan dit daadwerkelijk de reden zijn van een burn-out?
Taris denkt niet dat mensen meteen een burn-out krijgen als ze een appje krijgen van hun werkgever buiten werktijd. Vooral als je werk-privé balans prima op orde is, dan kan één appje, mailtje of telefoontje niet de reden zijn voor een burn-out. Blijft het echter niet bij één appje en neemt jouw baas structureel na werktijd contact met je op en blijft hij je ongegrond storen na werktijd? Dan is er volgens Taris ook een simpele oplossing:
“Vind je het vervelend als je baas jou steeds appt of belt, dan hoef je daar helemaal niet te blijven werken.”
2. “Jij hebt een burn-out omdat jij je werk niet leuk vindt.”
Ook een veelgehoorde aanname. Omdat jij je werk niet leuk vind, is de kans groot dat je zogezegd in een burn-out raakt. Volgens Taris klopt deze aanname niet. Sterker nog, juist als je jouw werk leuk en interessant vindt, is de kans juist groter dat je in een een burn-out raakt. Hij zegt daar het volgende over:
“Het risico op een burn-out neemt zonder twijfel toe als je je werk niet leuk vindt. Maar ook – en misschien wel juist – leuk, interessant en uitdagend werk kan er voor zorgen dat mensen overbelast raken. Er zijn genoeg voorbeelden van mensen die hun werk belangrijk en heel leuk vinden, maar op een gegeven moment toch opgebrand raken, bijvoorbeeld door chronische overbelasting.”
Er zijn genoeg succesvolle mensen, die enorm bevlogen zijn en houden van hun werk. Toch kregen zij in het verleden ook te kampen met een burn-out. Denk bijvoorbeeld aan Arianna Huffington. Een succesvolle zakenvrouw met passie voor haar werk, kreeg ook te kampen met een burn-out. Vergeet ook niet Richard Branson. Een enorme bevlogen man met passie voor zijn werk. Maar toch, ook hij kreeg een burn-out.
De conclusie is dat je niet alleen een burn-out kan krijgen als je je werk niet leuk vindt. Het heeft niets te maken met de kansen op een burn-out.
3. “Jij hebt een burn-out omdat je de werkdruk niet aankunt.”
Dit is toch wel de klassieker onder de aannames: “Jij kunt je werkdruk niet aan”. Volgens Taris valt daar zeker iets over te zeggen.
“Deze aanname is te kort door de bocht. Je hoort wel eens :”ik heb een burn-out want ik heb het zo druk gehad”. Maar druk alleen is de reden niet, in werkelijk lukt het niet om de werkdruk te hanteren”
De werkdruk hanteren, dat is vaak wel een reden waarom jij je zo opgebrand voelt. Het is niet dat je de werkdruk niet aankunt, maar je kunt er niet op de juiste manier mee omgaan. We herhalen het nog even:
Volgens Taris voel je constante druk omdat je moeite hebt om je werk goed te organiseren. Daardoor kom je vooral in de knoop. Het is dus niet zo dat je je werk niet aankunt of dat het te maken heeft met een “zwakke persoonlijkheid”.
Nu leggen we de nadruk op dat jij niet goed je werk kunt organiseren, maar eigenlijk is dat ook niet geheel aan jezelf te wijten. Volgens Taris komt dit namelijk ook door factoren op de werkvloer zoals een steeds toenemende nadruk op protocollering, accountability en efficiency. Dat maakt het ook moeilijker om je werk in goede banen te leiden en daar heb jij zelf dus weinig invloed op.
- Met protocollering bedoelt hoogleraar Taris dat er steeds meer wordt vastgehouden aan vaststaande procedures. Er is weinig ruimte voor eigen inbreng en alles moet volgens vaste procedures. Dat werkt niet lekker, omdat je geen invloed of controle hebt over je eigen werkzaamheden.
- Met accountability bedoelt Taris dat wij als werknemers steeds meer het gevoel hebben dat we geen fouten mogen maken en dat verantwoording af moeten leggen bij onze baas en leidinggevende. Ook dat werkt niet bevorderlijk.
- Met efficiency bedoelt Taris dat er vanuit hogere hand steeds meer efficiëntie verwacht wordt in het uitvoeren van taken. We moeten in zo min mogelijk tijd en energie werken aan randzaken, zodat we ons kunnen toeleggen op prioriteiten. In werkelijkheid is dat toch vaak lastig.
Is de conclusie van dit verhaal dat je je er dan maar bij moet neerleggen? Je hebt dit tenslotte niet zelf in de hand, het ligt voor een groot deel ook bij de organisatie. Maar nee, zo werkt het niet. Met de volgende 3 tips kun je een burn-out voorkomen en heb je het wél zelf in de hand.
3 tips om een burn-out te voorkomen – volgens hoogleraar Taris
In de laatste aanname gaven we aan dat sommige dingen niet altijd bij jezelf liggen. Ook al loopt het op de werkvloer niet op rolletjes, met deze 3 tips heb je het wel zelf in de hand en kun je een burn-out voorkomen.
1. Doe een tijdje enkel wat jouw functieomschrijving vraagt
In werkelijkheid besteed je nog steeds veel tijd en aandacht aan werkzaamheden die eigenlijk niet meer bij jouw takenpakket horen. Het gevolg is dat je er alsnog te veel tijd mee kwijt bent én kopzorgen. Het werk stapelt zich namelijk op en taken die wél bij jouw functie horen, worden daardoor ondergesneeuwd.
Kijk daarom eens kritisch naar jouw functieomschrijving. Welke taken hoor je op te pakken en wat hoort tegenwoordig niet meer bij jou? Voer deze laatste taken dan ook niet meer uit en leg het bij de persoon die daar wel voor verantwoordelijk is. Focus je op hetgeen wat wel bij je hoort. Het kan geen kwaad en helpt jou een burn-out te voorkomen. Hoogleraar Taris zegt het volgende:
“Kijk eens kritisch naar de inhoud van je werk. Overleg met je baas en vraag naar je taken. Is wat jij denkt dat je moet doen, ook écht wat er van je verwacht wordt?”
Maar hoe pak je dit aan?
- Past een taak niet binnen je functieomschrijving? Doe deze dan een tijdje niet. Zo houdt jij je alleen bezig met de taken die ook echt binnen je functieomschrijving passen.
- Overige taken kun je eventueel schrappen of delegeren aan collega’s die dit misschien beter, sneller of goedkoper kunnen doen. Vaak is het zo dat bepaalde taken opeens wat minder belangrijk of urgent zijn als iemand anders ze moet uitvoeren.
Op deze manier geef je jezelf vooral wat ademruimte. Je geeft enkel de zaken aandacht die ook jouw aandacht verdienen.
2. Zorg voor een effectieve herstelperiode na werktijd
Geef jezelf niet alleen wat ademruimte onder werktijd, maar vooral ook na afloop van de werkdag. Het is zo verleidelijk om na een hectische werkdag toch nog even de inbox van je mail weg te werken of die prangende vraag van een collega te beantwoorden. Daar zit echter ook het gevaar. Een werkdag kost veel fysieke en mentale inspanning. De stress bouwt zich op in je lijf. Daarom is het nodig om na een werkdag ook te herstellen. Geef je lichaam een effectieve herstelperiode. Dit heb je echt nodig.
Niet doen dus, na werktijd alsnog jezelf bezig houden met werk. Dat zegt ook hoogleraar Taris:
“Je ziet dat mensen die werk en privé duidelijk scheiden, minder vatbaar zijn voor overspannenheid. Door de huidige technologie wordt het steeds lastiger om los te komen van het werk. Let er daarom op dat je écht tijd neemt om te herstellen: ga sporten of kijk een film, maar beantwoordt tussendoor geen mailtjes van je werk.”
Twee tips:
- Ben ook eerlijk en streng voor je baas en collega’s, niet alleen voor jezelf. Maak duidelijke afspraken dat je na werktijd niet bereikbaar bent, alleen in noodgevallen.
- Ga de verleiding uit de weg om na werktijd nog je mail te checken. Bijvoorbeeld door je inbox te pauzeren, zodat er ook geen mails binnen kunnen stromen en jij niet verleid wordt om erop in te gaan.
3. Doe in je vrije tijd het tegenovergestelde van je werk
Dit is misschien een vreemde eend in de bijt. Je denkt ongetwijfeld dat hoe jij jouw vrije tijd ook indeelt, het altijd bijdraagt aan een stukje ontspanning. In grote lijnen is dat zeker ook waar, maar voorkom dat je in die hersteltijd een hobby kiest die dichtbij je werk komt. Het soort hobby dat je kiest is namelijk belangrijk om een burn-out te voorkomen.
“Als je accountant bent en in je vrije tijd de administratie van je de plaatselijke voetbalvereniging doet, dan ben je niet aan het uitrusten. Dan doe je ‘s avonds hetzelfde als overdag en belast je dezelfde psychobiologische systemen – cognitie, aandacht, concentratie – waardoor die niet kunnen herstellen.”
Taris’ advies is dan ook om een totale andere hobby te zoeken, dan waar jij je overdag op het werk mee bezig houdt.
“Wie veel mentaal bezig is op zijn werk kan het beste gaan sporten, wandelen of tuinieren. Ga niet thuis hetzelfde doen of op de bank hangen en tv kijken, maar wees juist actief: hardlopen, zwemmen, wandelen.”
Het komt er dus op neer dat het verstandig is om een hobby te kiezen, dat het tegenovergestelde is van je baan.
- Werk je veel binnen, dan doe je er goed aan om naar buiten te gaan. Maak van wandelen of fietsen je nummer 1 vrijetijdsbesteding.
- Werk je op kantoor en verricht je met name mentaal werk? Beweeg en ben actief. Of je nu gaat wandelen, fietsen, zwemmen of hardlopen. Je zet je gedachten even uit. Muziek beoefenen of luisteren is ook een goede manier om even ‘uit je hoofd’ te raken.
- Ben je tijdens het werk vooral probleemgericht bezig, dan is gamen een uitstekende hobby om dat los te laten.
De conclusie om een burn-out te voorkomen
Met deze 3 tips kun je dus een burn-out voorkomen en deze heb je zelf in de hand:
- Voer alleen de taken uit die ook bij jouw functieomschrijving horen.
- Zorg voor een effectieve herstelperiode na werktijd en geef jezelf voldoende rust.
- Kies in je vrije tijd een hobby, dat het tegenovergestelde is van je werk.
Met deze tips kun je een burn-out natuurlijk proberen te voorkomen, maar om het volledig in de hand te hebben, zullen er op de werkvloer ook dingen moeten veranderen. Daarom bieden wij een 1-daagse incompany training Effectief Thuiswerken. Volg samen met je collega’s, baas en leidinggevende deze training bij jou op locatie. We gaan samen aan de slag en leren jullie hoe je binnen 1 dag slimmer kunt werken en beter met je tijd om kunt gaan. Uiteraard met het doel om stress op de werkvloer tegen te gaan en een burn-out in de toekomst te voorkomen.